Kampvuur
Laai op, laai op, rossige gloed, likkende tongen, likkende tongen, vlammenvloed.
Smeulend kampvuur houdt de wacht tot de nieuwe dageraad, goede nacht.
De nacht is stil, het houtvuur gloeit. De vlammenzuilen lichten.
Gebeeldhouwd dromen in een kring verschaduwde gezichten.
Uit wisselspel van vuur en rook gestalten schrijden nader,
en ieder biedt de mond tot zoen aan moederlief, aan vader.
Laai op, laai op, rossige gloed, likkende tongen, likkende tongen, vlammenvloed.
Smeulend kampvuur houdt de wacht tot de nieuwe dageraad, goede nacht.
Al dieper, dieper zakt de nacht. Het kampvuur is het baken
waar rond de jeugd een toekomst droomt in stille avondwake.
We biechten aan het eigen hart ons vroeger doen en denken,
en voelen hoe ons 't lout'rend vuur komt gave vriendschap schenken.
Laai op, laai op, rossige gloed, likkende tongen, likkende tongen, vlammenvloed.
Smeulend kampvuur houdt de wacht tot de nieuwe dageraad, goede nacht.