Oudje
Wij werden in een magere tijd een tijd van zuinigheid geboren
Maar met veel ijver en beleid wisten wij bronnen aan te boren
Van welvaart en van zekerheid nu gaat dat alles weer verloren
Wij bijten straks weer op een houtje
Oudje
We kwamen echt in goeden doen we konden zelfs wat potverteren
Nu zullen we met goed fatsoen nog met z'n beitjes moeten leren
Om net als in de tijd van toen de dubbeltjes weer om te keren
Ja neem nog maar een laatste zoutje
Oudje
Dat 't met de verzorgingsstaat niet zoveel langer meer kan duren
Daar wordt al veel over gepraat door wie ons in Den Haag besturen
En wie niet meer uit werken gaat die zal dat nog 't meest bezuren
Ons optimisme was een foutje
Oudje
We hebben ze voorgoed gehad die wondermooie vette jaren
Soms zou ik willen lieve schat dat wij twee oude vogels waren
Dan kwam er wel een grote kat om onze klus voorgoed te klaren
Een levenseind als lekker boutje
Oudje
Oudje