Een zwoelige zomeravond
Een zwoelige zomeravond
Liep ik het park weer eens rond
Een vogel ging fluitend ten onder
Ik hield sinds mei mijn mond
Toen ritselden rozen hun blaadjes
En riep de kleinste pioen
Wees toch niet boos op ons broertje
Jouw roos kon hier niets aan doen