johnny
Johnny, Johnny, Johnny (DOEF-DOEF-DOEF-DOEF)
Johnny, Johnny, Johnny, beestig bangelijk
ik zen Johnny en da blijf ik tot mijn dood
ik draag een broek mè breje pijpe, veel te groot
een bonzai T-shirt of een hemmeke spannend wit
mijn haar is kort opzij in echten Johnny-snit
Johnny, Johnny, Johnny, beestig bangelijk
ik zen Johnny, die camino is van mij
hij is goed oepgefokt en alles hoort erbij
oep hoge veringen, z'n sturreke gedraaid
zo koom ik altijd aan de fitness aangezwaaid
Johnny, Johnny, Johnny, beestig bangelijk
Johnny, Johnny, Johnny (DOEF-DOEF-DOEF-DOEF)
en wettega wadda kik later doen
ik pak natuurlijk de max van poen
dan kopekik drekt zo'n graave car
dan scheur ik nor de voetbal mè veel zjar
stereo-boxen van 1000 watt
d'r spelekik 's nachts de wijk mè plat
this is American way of life
pinte pakken in turbo-drive
wij zen Johnnies, wij verplaatsen ons in groep
en met ons merkkleren vallen wij goed oep
nor discotheken, dancings, fuiven gaan wij uit
en al de rest dat intresseert ons voor gin fluit
wij weurren meestal vergezeld zoals verwacht
door ons Marina's, zo lelijk als de nacht
hun haar is altijd geblondeerd en vol mè gel
zo'n lakker fluorkippe lusten Johnnies wel
Johnny, Johnny, Johnny, beestig bangelijk
witte sokken, all stars en een baseballklak
en elke zaterdag een stuk in mijne frak
ik voel me veilig oep hetzelfste circuit
ik zen Johnny mor ik weet het zelf ni
Johnny, Johnny, Johnny, (DOEF DOEF DOEF DOEF)
Johnny, Johnny, Johnny, beestig bangelijk