Weet je nog, Gent?
Weet je nog dat we door Gent liepen schat
Weekenden lang in de zon of de kou
Jij nam me mee want je kende die stad
Maar wat je ook aanwees ik zag altijd weer jou
Het kasteel en de kerken die kroeg aan een plein
Waarvoor je mijn hand greep en meetrok naar binnen
En later die prachtige stille fontein
Met al die figuren van beeldhouwer Minne
Die knielende knapen uit dofglanzend brons
Het leek wel of alles gemaakt was voor ons
Het was net of die knapen daar knielden
Voor twee mensen die van elkaar hielden
Weet je nog hoe we door Gent liepen schat
Met zo'n gevoel dat het eeuwig zou zijn
Net of de tijd toen geen vat op ons had
Weet je nog het Patershol oesters en wijn
We praatten en lachten en kusten elkaar
Het kon ons niet schelen of mensen dat zagen
We waren verliefd en daar leefden we naar
Het was allemaal goud wat er blonk in die dagen
We bleven voor iedere winkelruit staan
En keken elkaar in de spiegeling aan
Ik dacht echt dat ze Gent destijds bouwden
Slechts voor mensen die van elkaar houden
Weet je nog dat we door Gent liepen schat
Naar ons hotelletje achter het spoor
Een bad en een bed maar voor ons was dat zat
We brachten er al onze nachten in door
Het voorspel van het eerste tot het laatste bedrijf
De gulzige speurtocht van handen en monden
We kusten en blusten de brand in ons lijf
En voelden ons zo met elkander verbonden
En als we dan eindelijk moe maar voldaan
In slaap vielen bij een verblekende maan
Dan bezwoeren we in onze dromen
Dat er nooit meer een ander zou komen
Weet je nog dat we door Gent liepen schat
Denk je daar af en toe nog wel eens aan
Of denk jij soms ook net als ik wel eens dat
Gent misschien wel nooit echt heeft bestaan