Kleine gedichtjes
De miljonair
De miljonair staat voor het raam
De tuinman maait het gras
En toch denkt stiekum de miljonair
Ik wou dat ik de tuinman was
De tuinman
De tuinman christoffel
Was zat normaliter
Hij lag naast zijn schoffel
En was als een gieter
De groenteman
Dag groenteman zei de mevrouw
Mag ik een pondje kersen
Van gisteren of van vandaag vroeg hij
Zij zei olieverversen
Oh liever verse
Mijnheer pastoor
Mijnheer pastoor stond voor de klas
En zei dat god onzichtbaar was
Ik heb dat klakkeloos aangenomen
Totdat ik in twee appelbomen
Hem duidelijk horen kon en zien
Mijnheer pastoor heeft zich toch vergist misschien
De bij
Lief bijtje sprak de bij wil jij met mij wat vrijen
Een ogenblikje zei de bij ben zo bij je
Vriend
Je hebt iemand nodig
Stil en oprecht
Die als het erop aan komt
Voor je bidt en voor je vecht
Pas als je iemand hebt
Die met je lacht en met je grient
Dan pas kun je zeggen
Ik heb een vriend
Ze kwam uit vinkeveen
En was een meid van klasse
Maar als ze wat gedronken had
Moest de vinkeveense plassen
Ze heet gewoon marie
Ze draagt d'r haar gewoon
En steeds als ik haar zie
Denk ik wat zijt gij schoon
Ze draagt gewoon een blouse
Een doodgewone tas
Ze zingt en praat en lacht gewoon
Ze doet gewoon de was
Ze heeft gewoon een huis
Of eigenlijk meer een flat
D'r staan gewoon wat bloemen
En er staat gewoon een bed
Ze heeft gewoon twee kinderen
Gewoon een hond die blaft
Ze heeft gewoon een man
Die liefheeft eet drinkt en maft
Hij doet geen wondere
Zij evenmin
En daar zit nou net
Het bijzondere in