Vierentwintig Rozen
Veertien appelbomen
In de zomerzon
"Dank u jaja"
Zeven dikke tranen op een bruidsjapon
Vijftien zomersproetjes
Op een wang
Twee enorme zoenen
Op de gang
En zesendertig liedjes
Waar ik veel van hou
En vierentwintig rozen
Vierentwintig rozen
Vierentwintig rozen voor jou
"Mooiiii Aiaiai"
"Zeer bedankt
Zal maar niet zeggen wat ie zei
Heel lief"
Zeven stille nonnentjes
Op ′ouwejaar'
Twee aanstaande moeders
En een ooievaar
Veertienhonderd toppers
In een blik
Zeven ′hiks' waar je
Maar niemand met de hik
En zevenhonderd vliegers
Aan een 'ttttooouuww′
En vierentwintig rozen
Vierentwintig rozen
Vierentwintig rozen
Voor jou
"Hoe heet jii hoe heet jij
AnneMarie"
"Wat zeg je"
"′Tis teveel hoor
Moe ik eerlijk zeggen
Ik euh ik euh
Vind het prachtig
Dat had je nou niet moeten doen
Jawel hoor 'K vind ′t heel lief van je
AnneMarie
Nog één couplet geloof ik ja"
Vijftien lichte vrouwen
In vergadering
Twee enorme boeren
Van een zuigeling
Zeven Kamerleden
'Oppp′ 't toilet
Twaalf oude apen
Op een autopet
En twintig sinterklazen
In de ′kkkkoooouuuu'
En vierentwintig rozen
Vierentwintig rozen
Vierentwintig rozen
Voor jou
"Dank u mensen dank u mensen
Maar mag ik u even iets vragen"
"Zijn dit muzikanten ja of nee"
"'Tis het beste wat er is"
"Onbetaalbaar"