Het betjaklied
TOEKANG BETJAK
'k Wou dat ik thuis was
Met koffie toebroek
Lekker droog luisterend
Naar hoe buiten de regen valt
Op het atap dak Van ons huisje
Terwijl Onah 't eten Voor vanavond klaarmaakt
Waar moet de njonja naar toe
O ja, naar Djalan Sumatra Wadoe, da's nog een end weg
Maar 't is met die regen gelukkig koel trappen
Toch zal ik straks eventjes af moeten stappen
Want een wiel lijkt wel pejot, zeg
Kijk die regendruppels spetteren
Op mijn linnen dakje kletteren
Djepret, djeprot, djepret, djeprot
Hoor ze teroes door maar vallen
Duizend kleine glazen ballen
Djepret, djeprot, djepret, djeprot
Ik zit lekker in een huisje
'k Voel me knus als een klein muisje
Regen, regen Ritselt zachtjes door de spaken
Ruisend door de zilveren spaken
Die druppels vermalen
Op de daken
oor de spaken
Op mijn dakje spat de
refrain:
Regen, regen
Petoes, petas, petoes, petas
Regen, regen
Petoes, petas, petoes, petas
Straks als ik thuis kom
Zal ze het eten
('k Hoop dat er ikan pedah is)
Al voor me klaar hebben staan
Zullen de kinderen rumoeriger zijn
Want ze kunnen nu immers niet
Naar buiten de straat op gaan
We zullen de lampoe temploh
Lekker aandoen en dan
Heerlijk samen nog een tijdje ngobrol
't Is met die regen gelukkig koel trappen
Toch zal ik straks eventjes af moeten stappen
Want mijn linkerpedaal lijkt wel dol
'k Zal hem straks wat extra's geven
In die plensbui, wat een leven
Regen, regen
Speelt een duizendvoudig gamelan
Die wordt bandjir, hoor toch die oedjan
Ze maakt er een pot van
Op de daken
Door de spaken
p mijn dakje spat de
refrain