Zuiderbloem
Zij was donker hij was blond
Beiden nog zo bitterjong
Samen 36 jaar en ze hielden van elkaar
Zij kwam van een zuiders land
En hij van het noordzeestrand
Zij verliet haar zonneschijn
Om bij hem te kunnen zijn
Hij dacht dat een zuiderbloem
In het noorden bloeien kon
Als hij haar maar iedere dag
Met voldoende zorg omgaf
Zij was donker hij was blond
Beiden nog zo bitterjong
Samen 36 jaar en ze hielden van elkaar
Zij was vurig hij was koel
Dit gaf haar een vreemd gevoel
En de hemel grijs en grauw
Deed haar huiveren van de kou
Hij dacht dat een zuiderbloem
In het noorden bloeien kon
Ondanks regen sneeuw en mist
Maar hij had zicht diep vergist
Zuiderbloemen bloeien niet
Maar verwelken van verdriet
Zodra iemand ze verplant
Naar het kille noorderland
Hij dacht dat een zuiderbloem
In het noorden bloeien kon
Ondanks regen sneeuw en mist
Maar hij had zich diep vergist
Zuiderbloemen bloeien niet
Maar verwelken van verdriet
Zodra iemand ze verplant
Naar het kille noorderland